Wat is maatschappelijke effectsturing en waarom wil je dit als gemeente? + 5 aandachtspunten

Iedereen weet het: een euro kan je maar één keer uitgeven. Maar hoe weet je nou als gemeente waar je je geld het béste aan kunt uitgeven? En wat heeft maatschappelijke effectsturing daar mee te maken? 


➡️  Luister je liever dan dat je leest? Beluister dan vooral podcastaflevering 4 van Sparren met Parren, Gemeente Praat:  Maatschappelijke effectsturing: zo geeft jouw gemeente geld zinnig uit.


Wat is maatschappelijke effectsturing?

Gemeenten zijn over het algemeen goed in geld zuinig en zorgvuldig uitgeven. Maar je wil toch ook aan je inwoners kunnen uitleggen dat het geld zinnig besteed is?

Laten we daarom beginnen met wat maatschappelijke effectsturing nou eigenlijk is. Zie maatschappelijke effectsturing als een soort glazen bol. 

Gemeenten alloceren geld om bepaalde activiteiten in het leven te roepen, ten dienste van de inwoners. Stel nou dat je aan de voorkant weet wat die activiteit/een programma/een project voor maatschappelijk rendement oplevert. Dat betekent dat je vooraf keuzes kan maken welke euro per saldo het hoogste rendement oplevert en waar je dus je geld aan wil besteden. Dát is maatschappelijke effectsturing. Het zinnig uitgeven van geld.

En nu hoor ik je denken: “Ja Joost, maar dat zou weleens kunnen betekenen dat we totaal andere keuzes (moeten) maken als gemeente.” Dat klopt. 


Waarom doen gemeenten nog niet aan effectsturing? 

Eerlijk is eerlijk, effectsturing realiseer je niet in een dag. Het is een leertraject. Gemeenten doen dit nu nog niet. Sterker nog: ze kunnen dit nu nog niet. Met de nadruk op: nog niet. Het is namelijk mijn heilige overtuiging dat gemeenten dit wél kunnen. 


Effectsturing realiseer je niet in een dag, het is een leertraject. Gemeenten doen dit nu nog niet. Nog niet. Het is namelijk mijn heilige overtuiging dat gemeenten dit wél kunnen -  Joost Parren


Zo is de situatie nu: gemeenten verantwoorden nog op basis van rechtmatigheid en of iets binnen de begroting past. Oftewel: is het geld zorgvuldig en zuinig uitgegeven. Maar wat iets daadwerkelijk heeft opgeleverd voor de inwoner – of het dus ook zinnig was - dat blijft gissen. En daar wil je wel naartoe als gemeente(raad). Van alleen harde cijfers, wil je naar het aantonen van toegevoegde waarde. 

Nu kijken we vanuit de begroting naar de kritische prestatie indicatoren (KPI), vastgesteld vanuit het BBV. Maar eigenlijk zijn dat geen indicatoren, maar kengetallen. Deze getallen zeggen bijvoorbeeld iets over het percentage inbraken in een gemeente. De gedachte is dat als we de percentages hebben van alle gemeenten, dat we ze kunnen benchmarken. Op die manier kunnen we iets zeggen over: deze gemeente is veilig en deze is minder veilig. Dat verband echter, kan je op die manier niet leggen. 


Een voorbeeld: een veiligere gemeente

Gemeenten zijn gewend om vanuit cijfers en kengetallen te kijken: input versus output. Veiligheid behelst echter meer dan cijfers: het gaat om hoe veilig burgers zich voelen. 

Neem het voorbeeld van Amsterdam en Lutjebroek. Beide gemeenten zagen een daling van inbraken van 5% naar 3% na investeringen in veiligheidsprojecten. Op papier een gelijke verbetering. In Amsterdam betekent dit een daling van 100 naar 60 inbraken, terwijl in Lutjebroek het aantal daalt van 10 naar 6. Procentueel identiek, maar de beleving van veiligheid en de context kunnen aanzienlijk verschillen.

De vraag is: wat heeft het geld wat jij er als gemeente in hebt gestopt, bijgedragen aan het terugdringen van het aantal inbraken? Misschien zijn er wel hele andere dingen gebeurd. Misschien was er zonder investering ook een teruggang in het aantal.




5 aandachtspunten als je met effectsturing wil starten

Ga je met maatschappelijke effectsturing aan de slag, dan gaat het om het begrijpen van de echte effecten van investeringen, verder kijkend dan de directe cijfers. Want dan pas kun je effectief beleid opstellen. Daarvoor is data nodig en dus dat je informatievoorziening op orde is. En laat dát nu een van de uitdagingen zijn waar veel gemeenten mee worstelen. 


1. Data, data en… data

De datagedreven gemeente is mega populair. Gemeenten zijn informatieverwerkend, dus met die data zit het wel snor zou je zeggen. Maar toch zit daar een uitdaging. En dat is: de informatiehuishouding is niet op orde. Dus al zou je met effectsturing aan de slag willen – en die wens is er – dan heb je eerst daar iets in te doen. Informatievoorziening moet een prominente rol in je bedrijfsvoering krijgen. Dat vergt tijd, energie en - mogelijk ook - middelen.


2. Cycli anders organiseren

Naast het op orde krijgen van de informatievoorziening, is er nog iets anders nodig voor effectsturing. Dat zit in een aantal dingen anders organiseren bij je gemeente. 

Gemeenten kennen drie cycli:

  • Gemeenten zijn in de eerste twee kwartalen van het jaar bezig met de afronding van het vorige boekjaar (2023): de jaarrekening wordt opgemaakt. 
  • Verder loopt de uitvoer van 2024 - op basis van de begroting 2024. 
  • En gemeenten houden zich bezig met het opstellen van de kadernota 2025 (de voorloper van de begroting van 2025). 

Terwijl de kadernota van 2025 wordt voorbereid, worden ook in diezelfde periode vaak de afdelingsplannen van 2024 vastgesteld. Dat is rijkelijk laat. Eigenlijk zou je nu je afdelingsplan voor 2025 (ja, je leest het goed) aan het maken moeten zijn, zodat die input kunnen zijn voor de kadernota/begroting 2025. Want hoe kan je anders écht een begroting opstellen als je wat je wil gaan doen aan activiteiten/programma’s/projecten in 2025 nog niet in beeld hebt?


Veel gemeenten doen aan doel redeneren. Er is een zak met geld gealloceerd en vervolgens wordt een afdelingsplan gemaakt wat het geld opmaakt. Maar dat wil niet zeggen dat dát de beste besteding is.


Wat je daardoor ziet gebeuren nu, is doel redeneren. Er is een zak met geld gealloceerd en vervolgens wordt een afdelingsplan gemaakt wat het geld opmaakt. Maar dat wil niet zeggen dat dát de beste besteding is. Bovendien is het achteraf. In de nieuwe situatie is de vraag: “Wat willen we met het geld gaan doen?” (en niet: “Wat kunnen we met dit geld doen?”) Effectsturing vergt oefening en moed om bepaalde dingen anders in te richten.


3. Een visie helpt

Iedereen kent de gevleugelde uitspraak: regeren is vooruitzien. Nou dat is dit precies. Als je een visie hebt waar je naartoe kan werken, dan wordt het slaan van piketpaaltjes door de jaren heen ook een stuk simpeler. Maar als je jezelf niet de tijd gunt, geen visie, je oefent niet, en je brengt je informatievoorziening niet op pijl, dan wordt effectsturing heel lastig.




Het grootste struikelblok

Het struikelblok is dat gemeenten lekker praktisch willen beginnen met effectsturing en dat kan eigenlijk niet. Er is als bestuur en strategische top een visie en eigenaarschap nodig dat je met jouw gemeente naar maatschappelijke effectsturing wil. Vervolgens ga je met je organisatie aan de slag wat het betekent op strategisch en bestuurlijk niveau voor x, y en z en wat het pad is om daar te komen. Je start dus niet meteen met hoe je de dingen technisch gaat regelen. Dat is hetzelfde als uit de startblokken schieten voor een marathon zonder ook maar een uurtje voorbereiding. 

Net als bij een marathon, zet je een stip wanneer je dat wil doen. Datzelfde geldt voor effectsturing bij een gemeente. Dan weet je namelijk ook hoeveel tijd, geld, energie en middelen je nodig hebt om daar te komen. 


4. De 80/20 regel

Als je een probleem wil tackelen, zijn er vaak 2 benaderingen. Nummer 1: we kennen de trial-and-error-variant: je probeert wat en iets blijkt wel of niet te werken. Als het niet werkt, ben je 80% van de tijd bezig met repareren. Benadering 2: dat is de categorie mensen die eerst 80% van de tijd nadenkt over een oplossing en die implementeert in de 20% resterende tijd. Wil je succesvol aan de slag met effectsturing? Dan heeft die laatste variant de voorkeur. Het gaat er namelijk om dat je de hele organisatie meeneemt en dat kan je geen experiment noemen zoals bij trial-and-error. 


5. Begin klein

Je kan prima klein beginnen met een bepaalde afdeling (waarbij de strategische top er dus wel vierkant achter moet staan). Effectsturing past bijvoorbeeld prima bij de afdeling Sociaal Domein. Alles wat je doet op het gebied van jeugdhulp, huishoudelijke hulp, hoe rendeert dat? En snap je eenmaal de systematiek, dan is het bij wijze van ‘copy paste’ voor andere afdelingen. En natuurlijk heb je inhoudelijk wel wat verschuivingen, maar die zijn niet wereldschokkend.

Effectsturing is op dit moment bij gemeenten nog een kwestie van willen. De kans is echter groot dat het op termijn een verplichting wordt. Dan kan je maar beter goed voorbereid zijn. En wat is er nou prettiger dan kunnen uitleggen aan je inwoner wat het effect van jouw beleid is geweest en wat het heeft opgeleverd?


Belangrijke tip

Tot slot nog een belangrijk tip. Staar je als gemeente niet blind op ‘hoe ga ik zo snel mogelijk starten met effectsturing’? Maar vraag je af: ‘wat willen we ermee, waar willen we naartoe, wat zou het kunnen opleveren en wat kunnen we dan gaan doen? Als je dát eenmaal weet, dan wordt het behapbaar en kan het binnen 1 tot 2 jaar een feit zijn binnen jouw gemeente. 


Wil je meer informatie of een kennismakingsgesprek hoe maatschappelijke effectsturing er voor jouw gemeente uit kan zien?