Rechtmatigheidsverantwoording uitgesteld: gemeenten, nu komt het op jullie aan
Gemeenten, het komt nu echt aan op jullie…
…dus neem jezelf alsjeblieft serieus.
Ik had het er in 2021 al moeilijk mee, met de komst van de rechtmatigheidsverantwoording. Tuurlijk, het leek redelijk gesneden koek waar gemeenten mee geconfronteerd werden én zoals altijd zou het wel loslopen. Maar vanaf dag één zat de logica me niet lekker. En wie mij een beetje kent, kent ook mijn stelregel: “Als het niet logisch is, dan klopt het niet.” Dus ja, de rechtmatigheidsverantwoording is uitgesteld. Maar let op: stap als gemeente niet in de valkuil: van uitstel komt afstel. En dit is waarom!
Destijds verwoordde Arno Visser (voormalig president van de algemene rekenkamer) het mooi:
“Publiek geld vraagt om publieke verantwoording. Publieke verantwoording die laat zien in hoeverre de overheid zinnig, zuinig en zorgvuldig met publiek geld omgaat”.
Daar ging voor mij persoonlijk - en ik hoop voor velen met mij - de schoen wel wringen. Want tot mijn verbazing (en toch ook wel lichte ergernis) lag de aandacht van de rechtmatigheidsverantwoording enkel en alleen op de financiële rechtmatigheid met daarbij de vraag of publiek geld ‘zorgvuldig’ en ‘zuinig’ was uitgegeven. Het vraagstuk ‘zinnig’ bleef (en blijft) volledig buiten beschouwing.
Het waarom van de financiële rechtmatigheidsverantwoording
Buiten deze eerste verbazing viel de argumentatie van het ‘waarom’ van de financiële rechtmatigheidsverantwoording bij mij ook niet helemaal lekker op het bord. Het college van burgemeester en wethouders zou nu, door het verantwoorden van de financiële rechtmatigheid, een betere dialoog over de stand van de gemeente met de gemeenteraad voeren. Alsof in de bestaande werkelijkheid hier niet al lang en breed meer dan genoeg ruimte voor was.
En nu hoor ik je denken: “maar Joost, jij was toch altijd zo positief over de komst van de financiële rechtmatigheid?” En wie dat zegt, heeft ook gelijk. Maar wél met de volgende proclaimer:
“Ik was blij met de komst van de financiële rechtmatigheid, omdat dit een bijzonder mooi moment creëerde om met het versterken van de gemeentelijke bedrijfsvoering aan de slag te gaan. Om met alle kansen daadwerkelijk tijd, energie en geld te besparen. Om de interne beheersing echt volgens de bedoeling in te richten. Daarom, om die kansen, was ik positief én ben ik dat nog steeds!
Uitstel op uitstel
Maar toch voel ik me ook wat verdrietig. Want door de jaren heen volgde uitstel op uitstel, maar dit jaar leek het zo ver te zijn: de financiële rechtmatigheid zou zijn beslag gaan krijgen.
En nu? Tja, waarschijnlijk weet je het al lang, maar we kijken nu wéér tegen uitstel aan.
En waarom? De Algemene Rekenkamer heeft een aantal belangrijkste inhoudelijke aandachtspunten met betrekking tot de voorgenomen wijzigingen van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado). Dit, op grond van artikel 7.40 van de Comptabiliteitswet 2016.
De beknopte versie van deze bezwaren luidt:
- Sommige bepalingen in BBV en Bado zijn onvoldoende duidelijk, niet uniform of niet eenduidig geformuleerd.
- De door de besturen van decentrale overheden af te leggen rechtmatigheidsverantwoording is in het BBV onvoldoende uitgewerkt en sluit niet aan op de bij het Rijk geldende eisen.
- In het Bado ontbreken goedkeuringstoleranties voor de accountant betreffende de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening van decentrale overheden, en voor de controle op specifieke uitkeringen en de oordeelsvorming over deze uitkeringen.
- Door de nadere uitwerking van de verantwoording over rechtmatigheid over te laten aan een externe commissie die buiten de (directe) invloedssfeer van het Rijk en decentrale overheden valt, verliest het Rijk de regie. Zowel over de informatie die het nodig heeft als over de zorg voor een uniforme visie op en toepassing van comptabele rechtmatigheid in de publieke sector. Dat achten wij onwenselijk.
- De huidige nadere uitwerking van de verantwoording over rechtmatigheid in de rechtmatigheidsverantwoording bevat substantiële omissies omdat belangrijke onderdelen van de rechtmatigheid nu niet in het rechtmatigheidsverantwoording en de controle door de accountant worden meegenomen.
Afgeserveerd
Dus, na al die jaren werk en alle voorbereidingen die gemeenten hebben getroffen, blijkt nu dat - volgens de Algemene Rekenkamer - de commissie BBV zich zelfs regelgevende bevoegdheden toedeelt die zij niet heeft (op grond van artikel 75 BBV). Daarnaast zijn begripsbepalingen te onduidelijk en bevat de rechtmatigheidsverantwoording substantiële omissies.
Ik geloof direct dat heel veel mensen met de beste wil van de wereld aan dit project hebben gewerkt. Maar dat het geheel nu zo wordt afgeserveerd door de Algemene Rekenkamer geeft wel een heel amateuristisch beeld. En dat over een wijziging die wat betreft doelstelling toch al wankel was.
We zullen dooooooorgaan
En dus rijst de vraag: “Hoe nu verder?”
En in antwoord daarop blijf ik simpel: “Doorgaan”.
Want of de financiële rechtmatigheid nu wel of niet ter elfde uren nog een wettelijke verplichting wordt, laat de kansen die er zijn nu niet alsnog door je vingers glippen. En als de financiële rechtmatigheid in de beoogde vorm toch opeens geen onderdeel wordt van de jaarrekening, stel dan apart een verantwoordingsdocument op. En wel om de volgende drie redenen:
- Hebben in jouw organisatie niet ook ontzettend veel mensen hun stinkende best gedaan voor de financiële rechtmatigheidsverantwoording? Denk aan de medewerkers AO/IB, de medewerkers VIC. De financials, controllers en concerncontrollers. Hebben deze collega’s niet allemaal eraan bijgedragen dat de zwakke plekken in de bedrijfsvoering meer zichtbaar zijn? Hebben zij er niet juist voor gezorgd dat er een actieplan kan worden opgesteld om in de toekomst financieel rechtmatig, doeltreffend en doelmatig te gaan werken? Dan verdienen deze collega’s het toch dat hun werk zijn vruchten mag afwerpen?
- En met of zonder wettelijke verplichting: geeft een juiste rechtmatigheidsverantwoording jou niet ook de handvatten om de interne beheersing anders in te richten? Want zo krijgt jouw organisatie vooraf management- en stuurinformatie, in plaats van de eeuwige gegevensgerichte controle achteraf. En jij wilt toch ook ooit de stap maken naar het verantwoorden of je gemeenschapsgeld zinnig uitgeeft, toch?
- Je bent het vast niet vergeten: het ravijnjaar 2026 dat op gemeenten afkomt. Nu, op basis van de bevindingen uit de rechtmatigheidsverantwoording, kan je door slim te investeren de besparingen van de toekomst realiseren. Ik hanteer altijd de stelling dat elke gemeente 10 tot 25% kosten kan besparen in de bedrijfsvoering. Jij als snelle rekenaar, kan ongetwijfeld precies uittellen hoeveel dat al scheelt bij het hoofd bieden aan het ravijnjaar.
Het ravijnjaar 2026 is echt
Het waren de legendarische woorden van Johan Cruijff:
“Elk nadeel heb zijn voordeel”
En dat is in dit geval voor gemeenten niet anders. Alle tijd en energie die jij en jouw collega’s in de financiële rechtmatigheid hebben gestoken, laat je toch niet zomaar wegvloeien? Die inzichten ga je toch zeker in je voordeel gebruiken om je gemeente te versterken met het oog op het ravijnjaar?
Want laten we eerlijk zijn. Nog een jaar uitstel op de financiële rechtmatigheid, weer een jaar aanhobbelen (of wat we er ook van vinden), kunnen we best hebben. Ook al moeten we straks misschien nog een keer een verordening aanpassen.
Maar dat ravijnjaar 2026? Dat is echt. Het komt eraan en gaat niet uitgesteld worden. Dat gaat immers om de echte knikkers. Dus neem het werk van jezelf en je collega’s serieus. Gebruik de inzichten om er straks gewoon, net zoals altijd, voor je inwoners te kunnen zijn. Want daar gaat het tenslotte toch om…
…het komt nu aan op jullie!